Koersballen uitleg

Uitleg:
Koersbal is van oorsprong een Australische sport en lijkt enigszins op “jeu de boules”.
Omstreeks 1980 is de sport overgewaaid naar Europa.
Bewegen is gezond en daarom wordt in het kader van “Meer bewegen voor Ouderen” steeds meer koersbal gespeeld door diverse afdelingen van KBO en ANBO.
Koersbal is een balspel dat binnen wordt gespeeld op een mat van 8 bij 2 meter.
Er spelen 2 teams van 2 personen tegen elkaar.
Het ene team met 4 zwarte en het andere met 4 bruine ballen.
De bedoeling van het spel is, net als bij “jeu de boules” om de ballen zo dicht mogelijk te rollen bij de jack, het witte doelballetje.
De ballen rollen echter niet in een rechte baan, maar in een boog.
Dit komt omdat het zwaartepunt van de koersballen niet in het midden zit. Daardoor is koersbal leuk, maar zeker in het begin ook moeilijk. Iedereen kan het leren en zal gauw ervaren dat koersbal vooral een gezellig maar ook een verrassend spel is.
Er is geen kracht voor nodig, zodat iedereen gelijke kansen heeft.

Spelregels algemeen:
1) De bedoeling van het spel is de koersballen zo dicht mogelijk bij de jack te spelen.
2) Alle koersballen dienen gerold te worden; erg belangrijk ! ! !
3) Het team met de zwarte ballen begint met het witte balletje over de “middenlijn ” te rollen. Lukt dit niet of rolt de jack van de mat, dan moet het ander paar het proberen.
4) Als de jack tot stilstand is gekomen, wordt het gelegd midden op de mat waar het tot stilstand kwam.
5) Wordt het balletje door beide teams foutief gerold dan wordt het op het streepje net voor de lijn geplaatst voor het dubbelscorevak.
6) Wordt het balletje door beide teams foutief gerold dan blijft het liggen op de nieuwe plek.
7) Wordt het balletje van de mat gestoten, dan wordt het zo dicht mogelijk bij de rand van het speelveld geplaatst, daar wordt het balletje gespeeld totdat het het speelveld heeft verlaten.

Spelen koersballen:
Speelvolgorde is afwisselend rollen met zwarte of bruine koersbal. De laatste te rollen bal is een bruine en heel vaak is die de winnaar!!!

Puntentelling:
De koersbal die het dichtst bij de jack ligt, krijgt een punt.
Deze bal wordt dan weggehaald en dan ga je kijken welke bal nu het dichtst ligt bij de jack.
Is deze bal van dezelfde partij dan krijgt deze er een punt bij.
Is deze bal van de tegenpartij dan stopt de puntentelling.

Dubbelscorevak:
Aan het einde van de mat ligt het dubbelscorevak.
Wanneer een speler de jack raakt wanneer deze in het dubbelscorevak komt, krijgt dit paar een extra punt. Dit geldt ook als de jack bij het in spel brengen in het dubbelscore vak komt. Voor ons zijn dat de bekende kruisjes.
Dit zijn ongeveer de spelregels. niet allemaal, maar je zult de regels in de praktijk gemakkelijk en heel gauw leren.